GEBRUIKSWAARDEONDERZOEK
TULP
Verslag van de tweede serie cultivars 1997/1998 en
1998/1999.
In 1996 startte de
Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) met het
Gebruikswaarde-onderzoek Tulp nieuwe stijl. Een commissie bestaande uit onder
andere telers, handelaren en veredelaars begeleidt dit onderzoek, dat bestaat
uit teeltonderzoek op twee locaties (zand- en kleigrond), broeierijonderzoek en
houdbaarheidsonderzoek.
Dit verslag behandelt de
resultaten van de tweede groep cultivars, die in het onderzoek is opgenomen.
Daarnaast wordt in het teeltgedeelte verslag gedaan van een drietal cultivars
uit de eerste serie. Van deze cultivars was in het eerste teeltjaar geen
ziftmaat 9 + 10 opgeplant en ze zijn daarom
voor een jaar extra opgeplant.
Doel van het gebruikswaarde-onderzoek is het in
kaart brengen van teelt- en broeieigenschappen van nieuwe(re) cultivars.
In het onderzoek zijn in de tweede serie 12
cultivars vergeleken met twee referentie-cultivars. Dit waren de volgende
cultivars: ‘Dekker’s Glory’, ‘Dow Jones’, ‘Escape’, ‘Fontainebleau’, ‘Funny
Girl’, ‘Fuyoko’, ‘Lady Margot’, ‘Louvre’, ‘Mondial’, ‘Super Parrot’, ‘Supercup’
en ‘True and Fair’. De referentie-cultivars zijn ‘Leen van der Mark’ en ‘Monte
Carlo’.
In de zomer van 1997 is van alle cultivars
bolmateriaal van de ziftmaten 5 + 6, 7 + 8 en 9 en 10 aangekocht. Dit materiaal
is verdeeld in twee porties en opgeplant op de proeflocaties Proefbedrijf De
Noord te St. Maartensbrug en Proeftuin Zwaagdijk. Na de oogst in 1998 zijn de
leverbare maten 11 en 12/op afgebroeid bij Van der Hoek’s Broeiproevenbedrijf.
Het plantgoed is op de teeltlocaties gebleven en in het najaar van 1998 wederom
opgeplant. Na de oogst in 1999 is het leverbaar weer naar ‘Van de Hoek’ gegaan
om in de winter van 1999/2000 te worden afgebroei. Na de oogst zijn een aantal
bloemen van elke cultivar naar Bloemenveiling Flora te Rijnsburg gegaan om de
houdbaarheid en sierwaarde te bepalen.
Tijdens de teelt en broei zijn normale
teeltmaatregelen toegepast.
De bollen zijn in 2 herhalingen opgeplant om
mogelijke standplaatseffecten uit te sluiten.
Het plantgoed waarmee in 1997 is gestart had in
principe de volgende samenstelling:
3,75 kg zift10
3,75 kg zift 9
3,75 kg zift 7 + 8
1,25 kg zift 5 + 6
De bollen zijn opgeplant bij de volgende
plantdichtheden:
zift 10 120
stuks per m bed
zift 9 140
stuks per m bed
zift 7+8 150
stuks per m bed
zift 5+6 280
stuks per m bed
Van de eerste serie wordt nog van drie cultivars
verslag gedaan van het teeltonderzoek. Dit waren de cultivars: ‘Cheers’,
‘Friso’ en ‘Hollandia’. Deze werden eveneens vergeleken met de
referentie-cultivars ‘Leen van der Mark’ en ‘Monte Carlo’. Voor het verslag van
het broeierijgedeelte wordt verwezen naar de publicatie ‘Verslag van de eerste
serie cultivars 1996-1997 en 1997-1998’. De opzet van het onderzoek is
grotendeels hetzelfde als hierboven beschreven voor de tweede serie cultivars.
Echter van deze cultivars is uit de
eerste serie het plantgoed van de ziftmaten 9 en 10 niet gescheiden opgeplant.
Vanaf de tweede serie cultivars is het protocol gewijzigd en zijn de ziftmaten
9 en 10 gescheiden opgeplant.
De grond op Proefbedrijf De Noord is een zandgrond,
de grond op Proeftuin Zwaagdijk is een kleigrond. In onderstaande tabel zijn de
belangrijkste bodemkundige eigenschappen van de locaties weergegeven.
Tabel 1.
De bodemgegevens van de beide teeltlocaties.
Locatie |
Type |
Slibgehalte |
Organische stof |
pH |
De Noord Zwaagdijk |
zand zware klei |
1-3% 25-35% |
0,9-1,0% 6-7% |
6,2-6,6 7,3 |
Resultaten
teelt
Ziekten en afwijkingen te velde.
Tijdens het groeiseizoen zijn de door virussen
aangetaste planten verwijderd en zijn de symptomen zoveel mogelijk vastgelegd.
Verder is gekeken naar het voorkomen van dwalingen en dieven binnen de partij.
In geen van de partijen kwamen dieven voor. Ook het
aantal dwalingen bleef beperkt. In ‘Monte Carlo’ kwamen een aantal planten voor
met rode strepen in de bloemen. Verder kwamen in ‘Super Parrot’ een aantal
dwalingen voor. In alle partijen kwam TBV voor, gemiddeld was het percentage
lager dan 1%. Bij de volgende cultivars kwamen 10 planten of meer voor met TBV
in het geteelde materiaal (totaal ca. 2 RR2): ‘Monte Carlo’,
‘Fontainebleau’, ‘Lady Margot’, ‘Louvre’, ‘Mondial’ en ‘Super Parrot’.
In ‘Fontainebleau’ kwam in 1998 en bij ‘Supercup’
kwam in 1999 een lichte aantasting van helsvuur voor. Opmerkingen over veel
spetters werden gemaakt bij de cultivars ‘Fontainebleau’ en ‘Mondial’ in het
natte voorjaar van 1998, rotkoppen kwamen eveneens in 1998 voor bij de
cultivars ‘Super Parrot’ en ‘True and Fair’.
Vroegheid.
Alle bloemen zijn gekopt bij volle bloei en de
bollen zijn gerooid als de hoofdbol een bruin wangetje kreeg. In onderstaande
tabel is de bloei- en rooidatum van de cultivars weergegeven ten opzichte van
de referentiecultivar Leen van der Mark. De onderlinge afrijpingsverschillen en
dus het rooitijdstip van cultivars ten opzichte van elkaar kan van jaar tot
jaar echter nogal variëren.
De verschillen in rooitijdstip tussen de cultivars
waren over het algemeen groter dan de verschillen in bloeitijdstip.
Tabel 2.
Het bloei- en rooitijdstip van de cultivars in
dagen ten opzichte van de referentiecultivar ‘Leen van der Mark’ op de locaties
op kleigrond (Zwaagdijk) en zandgrond (De Noord).
Cultivar |
Bloeitijdstip |
Rooitijdstip |
||||||
|
1998 zand |
1998 klei |
1999 zand |
1999 klei |
1998 zand |
1998 klei |
1999 zand |
1999 klei |
Leen v/d Mark Monte Carlo |
0 = 26/4 0 |
0 = 27/4 0 |
0 = 28/4 0 |
0 = 3/5 -3 |
0 = 29/6 -7 |
0 = 7/7 -4 |
0 = 28/6 +7 |
0 = 9/7 +3 |
Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair |
0 0 0 +11 -5 0 +8 +3 0 +3 +3 +11 |
0 0 0 +9 -7 0 +4 0 0 +4 0 +4 |
0 0 0 +8 -8 0 +5 +5 0 +5 0 +5 |
0 0 0 +4 -3 -3 +2 0 0 0 +2 +2 |
-7 0 +14 +7 -7 +7 +7 +14 -7 +14 0 0 |
-5 -4 +2 +6 -1 +2 -1 +6 -1 +6 0 0 |
0 0 +14 +21 0 +14 +7 +21 +14 +14 +7 0 |
-4 -3 +4 +10 -11 +4 0 +10 0 +4 0 -4 |
Gemiddeld was alleen ‘Funny Girl’ vroeg ten
opzichte van ‘Leen van der Mark’ wat betreft bloei- en rooitijdstip, ‘Dekker’s
Glory’ was alleen vroeg wat betreft rooitijdstip. De overige cultivars waren
gemiddeld wat betreft vroegheid van bloei- en rooitijdstip gelijk aan ‘Leen van
der Mark’ of later. ‘Fontainebleau’ en ‘True and Fair’ waren late bloeiers;
‘Fontainebleau’, ‘Louvre’, ‘Supercup’ en ‘Escape’ rijpten gemiddeld laat af.
Opbrengst.
De opbrengst en de
verklistering van de ziftmaten 9 en 10 is nauwkeurig vastgesteld en is in de
tabellen 4, 5, 7 en 8 weergegeven. De gegevens van de maten zift 9 + 10 geven
een goed beeld van de opbrengst van de gehele partij. In tabel 6 is de
opbrengst per RR2 weergegeven van alle opgeplante maten.
Blauwgroeien kwam voor bij
de cultivars ‘Dekker’s Glory’ (2% in 1998 zand, 5-10% in 1999 klei), ‘Dow
Jones’ (1% in 1999 zand), ‘Mondial’ (<1% in 1998 zand) en ‘Leen van der
Mark’ (<1% in 1999 zand).
Het leverbaar is 10 dagen
na oogst beoordeeld op zuur. Op zandgrond kwam in beide jaren weinig zuur voor
(<1%), behalve bij ‘Super Parrot’ in het leverbaar in 1998 (5%). Op
kleigrond kwam gemiddeld meer zuur voor, met name in 1998. Het meeste zuur
(meer dan 2% in een van de jaren) kwam voor bij ‘Dekker’s Glory’, ‘Dow Jones’,
‘Fontainebleau’, ‘Fuyoko’ en ‘Super Parrot’.
Gemiddeld over beide jaren waren de zuurpercentages echter niet hoog.
Naast de zuurwaarnemingen
tijdens de teelt is ook een zuurtoets uitgevoerd op het Testcentrum voor
Siergewassen volgens een vast protocol. In de tabel hieronder staan de
uitkomsten van de zuurtoets weergegeven (na uitzieken in Fusarium besmette
grond). Hierbij moet worden opgemerkt dat bij de zuurtoets de ziektedruk zeer
hoog is en veel hoger dan in een normale praktijksituatie.
Grofweg kan bij de
zuurtoets gesteld worden dat een percentage gezond van 90% en hoger wil zeggen
dat de cultivar weinig gevoelig voor zuur is. Een percentage tussen 10 en 90%
is gemiddeld gevoelig en lager dan 10% is gevoelig. Combinatie van de
teeltgegevens en de toets van het testcentrum geven gezamenlijk een indicatie
van de zuurgevoeligheid van de betreffende cultivar. De gegevens kunnen niet
als absolute waarden worden gehanteerd omdat het optreden van zuur in de teelt
van veel factoren afhankelijk is.
Super Parrot is niet
getoetst omdat dit een mutant van White Dream is en volgens verwachting een
hoge zuurgevoeligheid heeft. De praktijkcijfers bevestigen dit beeld.
Tabel 3.
De aantasting door zuur
(Fusarium) tijdens de teelt (leverbaar
10 dagen na rooien, plantgoed half september) en de resultaten van de zuurtoets
uitgevoerd door het Testcentrum Siergewassen (Fusarium besmette grond na uitzieken).
Cultivar |
Zandgrond, % zuur |
Kleigrond, % zuur |
Zuurtoets, % gezond |
|||
Leverbaar |
|
leverbaar |
|
na rooien |
na uitzieken |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
0,0 0,1 |
|
0,3 0,7 |
|
81 100 |
75 94 |
Dekker’s Glory Dow Jones Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair Escape |
0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,3 0,0 2,4 0,0 0,1 |
|
1,0 1,8 0,5 0,2 0,4 0,4 0,8 0,1 0,3 2,0 0,6 1,1 |
|
0 0 0 0 94 0 62 44 19 niet getoetst 37 92 |
0 0 0 0 94 0 50 38 6 niet getoetst 25 92 |
De opbrengst van de ziftmaten 9 en 10 opgeplant
staat weergegeven in de tabellen 4, 5, 7 en 8. Deze cijfers zijn statistisch
verwerkt en zijn een zuivere vergelijking tussen de cultivars. De opbrengsten
per RR2 zijn weergegeven in tabel 6 en geven de telers een indicatie
van de opbrengst in een praktijksituatie. Doordat in het eerste jaar een vaste
verhouding in de maten is gekozen, kan de opbrengst van de cultivars in de
praktijk wel iets afwijken. De samenstelling van een praktijkpartij zal in
sommige gevallen afwijken van de voor het onderzoek als standaard gekozen
plantgoedsamenstelling. Daarnaast is de opbrengst berekend vanuit een klein
oppervlak en de ervaring leert dat de opbrengsten veelal dan relatief hoog
zijn.
De opbrengst wordt bepaald door het gemiddeld
clustergewicht (gewicht in gram per geoogste cluster) en het percentage 11/12
en 12/op. Het percentage 11/12 en 12/op is bepaald ten opzichte van het aantal
geoogste clusters. Dit staat weergegeven in tabel 4 en 5. De verklistering
wordt weergegeven door het verklisteringsgetal en het gewicht-% hoofdbollen.
Het verklisteringsgetal is het gemiddeld aantal klisters per hoofdbol. Het
gewicht-% hoofdbollen is het gewicht van de hoofdbollen in percentage van het
totaal geoogst gewicht. Extreme verklistering kwam bij geen van de cultivars
voor. De verklistering staat weergegeven in tabel 7. Verder staan in tabel 8
de huidkwaliteit en het percentage uitval weergegeven. De uitval te velde
betreft de bollen die tijdens de teelt verloren zijn gegaan, ze zijn wel
geplant maar niet gerooid.
De opbrengst van de
cultivar ‘Super Parrot’ was bij de teelt op zandgrond met name in het eerste
jaar laag. De stand was toen ook slecht. Om een beter beeld van deze cultivar
op zandgrond te krijgen is deze cultivar voor een derde jaar opgeplant. De
resultaten van de eerste twee jaar worden voor de volledigheid wel alvast
vermeld.
Van de referentiecultivars
gaf ‘Monte Carlo’ op beide locaties de laagste opbrengst.
Ten opzichte van de
referentiecultivar ‘Monte Carlo’ gaf de cultivar ‘Funny Girl’ op beide locaties
een lager clustergewicht. ‘Super Parrot’ gaf bij teelt op zandgrond een lager
gemiddeld clustergewicht dan ‘Monte Carlo’. Ten opzichte van ‘Leen van der
Mark’ gaf de cultivar ‘Fuyoko’ bij beide maten een hoger clustergewicht.
‘Fontainebleau’ en ‘Supercup’ gaven bij zift 9 een hoger gemiddeld
clustergewicht dan ‘Leen van der Mark’.
Bij de teelt op zandgrond
was bij beide plantmaten het percentage leverbaar (11/12 en 12/op) van de
cultivars ‘Fuyoko’, ‘Mondial’, ‘Supercup’ en ‘Escape’ hoger dan van ‘Leen van
der Mark’. Op kleigrond gaf alleen de plantmaat 9 van deze cultivars een
betrouwbaar hoger percentage leverbaar dan ‘Leen van der Mark’.
Bij de cultivars ‘Funny
Girl’ en ‘Super Parrot’ werd bij de teelt op zandgrond bij beide maten en bij
de teelt op kleigrond bij plantmaat 9 minder leverbaar geoogst dan van ‘Monte
Carlo’.
Het percentage 12/op van
de cultivars ‘Fuyoko’, ‘Louvre’, ‘Supercup’ en ‘Escape’ was hoger dan van ‘Leen
van der Mark’. Het percentage 12/op van ‘Funny Girl’ en ‘Super Parrot’ was
lager dan van ‘Monte Carlo’.
De cultivars ‘Funny Girl’
en ‘Super Parrot’ gaven bij de teelt op kleigrond een hogere opbrengst dan bij
de teelt op zandgrond. Bij ‘Dekker’s Glory’ werden na de teelt op kleigrond
meer 12/op geoogst dan na de teelt op zand, het totale percentage leverbaar was
echter niet hoger. Bij ‘True and Fair’ was het percentage leverbaar na teelt op
zand hoger dan na teelt op klei.
Bij een hoog
verklisteringsgetal worden er meer klisters per hoofdbol geoogst. Het
gewichts-percentage van de hoofdbollen is dan lager. Er wordt dan veel
plantgoed geoogst en minder leverbaar. Is het verklisteringsgetal te hoog en
het gewichtspercentage aan hoofdbollen te laag dan is er sprake van extreme
verklistering (er zijn echter nog geen normen) en wordt er nauwelijks meer
leverbaar geoogst. Is de verklistering te laag, dan wordt te weinig plantgoed
geoogst en zullen bv. toppers moeten worden opgeplant om niet ‘uit de partij te
groeien’.
Bij de cultivars ‘Louvre’,
‘Mondial’ en ‘True and Fair’ werd weinig plantgoed per cluster geoogst, was het
verklisteringsgetal laag en het gewichtspercentage per hoofdbol hoog.
Eveneens een laag
verklisteringsgetal werd gemeten bij de cultivars ‘Dekker’s Glory’, ‘Supercup’,
‘Escape’ en ‘Lady Margot’ zift 9.
Bij ‘Fontainebleau’ en
‘Super Parrot’ was het verklisteringsgetal bij de teelt op kleigrond hoger dan
van de referentiecultivars.
Bij ‘Fontainebleau’ en
‘Fuyoko’ werd bij de teelt op kleigrond meer plantgoed per cluster geoogst dan
bij de referentiecultivars.
Over het algemeen trad er
weinig uitval op, gemiddeld 5% tijdens de teelt en 0,5% tijdens de bewaring. De
cultivar Louvre gaf iets meer uitval tijdens de teelt dan gemiddeld, bij de
cultivar Super Parrot was het percentage beduidend hoger (17%).
Van de meeste cultivars
was de huidkwaliteit normaal tot goed. Alleen bij de cultivars ‘Lady Margot’ en
‘Supercup’ werd onvoldoende gescoord.
Tabel 4.
De opbrengst in relatief
gemiddeld gewicht per geoogste cluster (gram) en het aantal zift 12/op, zift
11/12, totaal zift 11/op en het gemiddeld aantal kilogrammen aan plantgoed per
100 geoogste clusters van de onderzochte cultivars, gemiddeld over de jaren
1997/1998 en 1998/1999 op de locaties op zandgrond (Proefbedrijf De Noord) en
kleigrond (Proeftuin Zwaagdijk) van opgeplant zift 9.
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||||||||
relatief cluster- gewicht* |
per 100 geoogste
clusters |
relatief cluster- gewicht* |
per 100 geoogste
clusters |
|||||||
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
|
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
||
Leen v/d Mark Monte Carlo |
99 90 |
60 52 |
25 28 |
85 80 |
0,93 0,82 |
104 99 |
65 54 |
19 21 |
84 75 |
0,78 1,08 |
Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot*** True and Fair |
86 97 104 103 75 105 95 102 88 106 66 92** |
47 60 72 67 23 77 51 82 59 71 18 68** |
32 28 18 22 37 15 33 13 31 21 36 16** |
79 88 90 89 60 92 84 95 90 92 54 84** |
0,74 0,76 0,70 0,82 1,13 0,62 0,74 0,25 0,38 0,72 1,10 0,25** |
111 107 114 119 94 129 119 115 104 124 100 96** |
68 72 78 71 59 78 73 77 75 75 58 51** |
15 16 12 16 22 13 13 7 15 15 17 14** |
83 88 90 87 81 91 86 84 90 90 75 65** |
0,86 0,84 0,75 1,22 0,87 1,22 0,96 0,53 0,47 0,83 1,34 0,63** |
gemiddeld |
92 |
58 |
25 |
83 |
0,71 |
108 |
68 |
15 |
83 |
0,88 |
* Het gemiddelde
clustergewicht van beide lokaties bedroeg 39 gram en is op 100 gesteld. Bij
cultivars waar in de tabel 100 is genoteerd bedroeg het clustergewicht(
afgerond) dus 39 gram.
**in 1997/1998 is ziftmaat
9 niet opgeplant van ‘True and Fair’, daarom staat hier een gecorrigeerde
waarde
*** De opbrengst van
‘Super Parrot’ op zand was met name in het eerste jaar laag. Deze cultivar is
op zand daarom voor een derde jaar opgeplant.
Tabel 5.
De opbrengst in relatief
gemiddeld gewicht per geoogste cluster (gram) en het aantal zift 12/op, zift
11/12, totaal zift 11/op en het gemiddeld aantal kilogrammen aan plantgoed per
100 geoogste clusters van de cultivars, gemiddeld over de jaren 1997/1998 en
1998/1999 op de locaties op zandgrond (Proefbedrijf De Noord) en kleigrond
(Proeftuin Zwaagdijk) van opgeplant zift 10.
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||||||||
relatief cluster- gewicht |
per 100 geoogste
clusters |
relatief cluster- gewicht |
per 100 geoogste
clusters |
|||||||
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
|||
Leen v/d Mark Monte Carlo |
105 85 |
83 67 |
14 20 |
97 87 |
1,41 1,15 |
115 95 |
88 65 |
10 22 |
98 87 |
1,31 1,52 |
Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot** True and Fair |
87 100 101 104 75 106 99 99 86 110 68 86 |
72 82 88 87 53 88 76 91 86 88 53 86 |
20 14 8 13 27 10 18 7 10 10 30 8 |
92 96 96 100 80 98 94 98 96 98 83 94 |
0,98 1,27 0,98 1,28 1,12 1,23 1,13 0,38 0,55 1,24 1,00 0,39 |
105 108 111 116 90 121 105 114 98 119 100 95 |
84 86 91 80 73 84 76 90 86 86 82 78 |
11 8 7 15 15 14 10 6 8 12 13 10 |
95 94 98 95 88 98 86 96 94 98 95 88 |
1,02 1,22 1,06 1,81 1,18 1,82 1,26 0,69 0,72 1,23 1,50 0,72 |
gemiddeld |
94 |
79 |
15 |
94 |
1,01 |
106 |
82 |
11 |
94 |
1,22 |
* Het gemiddelde
clustergewicht van beide lokaties bedroeg 50 gram en is op 100 gesteld. Bij cultivars
waar in de tabel 100 is genoteerd bedroeg het clustergewicht( afgerond) dus 50
gram.
** De opbrengst van ‘Super
Parrot’ op zand was met name in het eerste jaar laag. Deze cultivar is op zand
daarom voor een derde jaar opgeplant.
Tabel 6.
De opbrengst per RR2
van de cultivars van alle opgeplante maten( incl. zift 10/11) gemiddeld over
beide proefjaren op beide locaties1.
Cultivar |
Plantgoed in kg |
Leverbaar in stuks |
Totaal |
||||
plantgoed kg |
leverbaar stuks |
||||||
zift 5-8 |
zift 9+10 |
zift 11/12 |
zift 12/op |
|
|||
Zandgrond
Leen v/d Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot2 True and Fair3 |
7,2 5,5 4,0 6,9 4,2 5,2 5,8 4,8 6,2 2,9 3,2 5,2 5,9 2,6 |
9,4 9,8 10,0 9,3 7,7 9,2 11,9 7,7 8,5 5,4 7,1 8,4 9,3 6,0 |
270 300 332 265 273 297 297 270 316 173 282 305 220 183 |
471 445 464 463 650 639 281 656 523 749 582 674 158 542 |
16,5 15,3 14,0 16,2 11,9 14,4 17,7 12,5 14,7 8,3 10,3 13,5 15,2 8,7 |
741 745 796 728 923 936 578 926 839 922 865 979 378 725 |
|
Kleigrond
Leen v/d Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair3 |
7,8 7,8 5,1 7,8 4,6 9,1 6,7 8,5 8,1 5,2 4,5 6,2 9,3 4,7 |
8,8 9,9 7,9 8,6 6,9 9,2 9,1 8,7 7,1 7,0 7,4 7,5 9,5 6,4 |
275 290 198 195 236 277 299 252 207 156 239 242 242 195 |
604 507 643 588 793 664 482 756 702 716 676 778 419 606 |
16,6 17,7 13,0 16,3 11,5 18,3 15,9 17,2 15,1 12,2 11,8 13,7 18,8 11,1 |
878 797 842 783 1029 942 781 1008 909 871 915 1020 661 801 |
|
Gemiddeld beide locaties |
5,9 |
8,3 |
253 |
580 |
14,2 |
833 |
|
1 De opbrengst per RR2 is berekend op basis
van twee proefjaren en omgerekend vanuit een klein oppervlak. In het eerste
jaar was het uitgangsmateriaal een vaste hoeveelheid van de diverse maten (zie
inleiding) voor alle cultivars, dit kan afwijken van de verhoudingen in een
praktijkpartij. Hierdoor kan een wat vertekend beeld ontstaan ten opzichte van
de praktijksituatie. De cijfers geven een indicatie van de groei van een
cultivar.
2 De opbrengst van ‘Super Parrot’ op zand was met
name in het eerste jaar laag. Deze cultivar is op zand daarom voor een derde
jaar opgeplant.
3 in het eerste jaar was geen zift 9 opgeplant
Tabel 7.
De verklistering
weergegeven in het verklisteringsgetal en het gewichtspercentage van de
hoofdbollen van de cultivars, gemiddeld over de jaren 1997/1998 en 1998/1999 op
de locaties op zandgrond (Proefbedrijf de Noord) en kleigrond (Proeftuin
Zwaagdijk) van opgeplant zift 9 en 10.
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||||||
Verklisteringsgetal |
Gewicht-% hoofdbollen |
Verklisteringsgetal |
Gewicht-% hoofdbollen |
|||||
zift 9 |
zift 10 |
zift 9 |
zift 10 |
zift 9 |
zift 10 |
zift 9 |
zift 10 |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
2,2 1,7 |
3,3 2,4 |
83 87 |
74 78 |
1,4 2,0 |
2,8 2,3 |
88 79 |
79 73 |
Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair |
0,9 2,0 1,5 1,8 1,4 1,3 1,2 0,8 1,2 1,1 1,4 0,1 |
1,4 3,2 2,1 2,7 2,1 2,2 2,3 1,3 2,1 1,8 2,2 1,3 |
90 86 87 84 89 88 89 96 96 86 87 100 |
81 76 81 75 81 77 79 93 89 78 78 93 |
1,3 1,7 1,4 2,5 2,2 2,1 1,7 0,8 1,5 1,3 2,5 1,0 |
1,6 2,5 1,8 3,4 2,4 2,6 2,0 1,3 2,2 1,8 3,0 1,5 |
86 85 86 77 84 79 84 91 91 86 73 84 |
83 81 83 73 78 72 80 89 86 82 74 88 |
gemiddeld beide locaties |
1,5 |
2,2 |
86 |
81 |
|
|
|
|
Tabel 8.
Het percentage uitval
tijdens bewaring en te velde* en de huidkwaliteit van de cultivars, gemiddeld
over de jaren 1997/1998 en 1998/1999 op de locaties op zandgrond (Proefbedrijf
de Noord) en kleigrond (Proeftuin Zwaagdijk) gemiddeld van opgeplant zift 9 en
10.
Cultivar |
Uitval-% |
Huidkwaliteit |
||
bewaring |
te velde |
zandgrond |
kleigrond |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
0,3 0,3 |
3 5 |
goed goed |
normaal goed/zeer goed |
Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair |
1,0 0,3 0,6 0,7 0,4 0,6 0,5 0,2 0,2 0,4 0,8 0,4 |
5 4 5 5 3 5 2 8 4 3 17 5 |
normaal/goed normaal/goed normaal/goed goed normaal/goed normaal onvoldoende normaal/goed normaal/goed onvoldoende goed matig/goed |
matig/normaal normaal/goed goed goed normaal/goed goed/zeer goed onvold./matig (dun) goed goed matig/normaal goed normaal |
gemiddeld |
0,5 |
5 |
|
|
* het percentage uitval is
berekend als percentage uitval tijdens de teelt ten opzichte van de opgeplante
aantallen
Eerste serie cultivars.
In de publicatie van de
eerste serie cultivars is bij de berekening van het verklisteringsgetal van de
teelt op kleigrond in 1996/1997 een fout gemaakt. Daardoor was het
verklisteringsgetal 1,0 te hoog. Hieronder volgt de gecorrigeerde tabel. Door
deze correctie blijkt de verklistering op Zwaagdijk gelijk aan de verklistering
op De Noord. De overige conclusies blijven hetzelfde.
De verklistering weergegeven in het
verklisteringsgetal en het gewichtpercentage van de hoofdbollen van de
onderzochte cultivars, gemiddeld over de jaren 1996/1997 en 1997/1998 op de
locaties op zandgrond (Proefbedrijf De Noord) en kleigrond (Proeftuin
Zwaagdijk).
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||
Verklisteringsgetal |
gewicht-% hoofdbollen |
Verklisteringsgetal |
gewicht-% hoofdbollen |
|
Leen van der Mark Monte Carlo Carola Gavota Leo Visser Purple Prince Sevilla Stargazer Strong Gold Verona |
2,7 1,9 0,7 2,1 2,3 2,4 1,6 1,6 1,5 1,1 |
76 81 92 73 76 70 90 80 90 90 |
1,9 2,0 1,1 1,7 2,5 2,2 1,6 1,5 1,6 1,1 |
79 75 86 81 71 67 87 73 85 81 |
Gemiddeld (van beide locaties) |
1,8 |
80 |
|
|
Drie cultivars uit de eerste serie.
Bij de eerste serie was
van een drietal cultivars in het eerste teeltjaar geen ziftmaat 9 + 10
opgeplant. Daarom zijn deze cultivars voor een derde jaar opgeplant en worden
de resultaten in dit rapport weergegeven.
Ziekten en afwijkingen te velde.
Tijdens het groeiseizoen zijn de door virussen
aangetaste planten verwijderd en zijn de symptomen zoveel mogelijk vastgelegd.
Verder is gekeken naar het voorkomen van dwalingen en dieven binnen de partij.
In geen van de partijen kwamen dieven voor. Ook het
aantal dwalingen bleef beperkt. In ‘ Monte Carlo’ kwamen een aantal planten
voor met rode strepen in de bloemen. In alle partijen kwam TBV voor, gemiddeld
was het percentage lager dan 1%. Gemiddeld kwamen er 4 planten of minder voor
met TBV in het geteelde materiaal (totaal ca. 2 RR2).
Om een goed oordeel te kunnen geven over de
gevoeligheid van de cultivars voor TBV zal verder onderzoek noodzakelijk zijn.
Vroegheid.
Alle bloemen zijn gekopt bij volle bloei en de
bollen zijn gerooid als de hoofdbol een bruin wangetje kreeg. In onderstaande
tabel is de bloei- en rooidatum van de cultivars ten opzichte van de referentiecultivar ‘Leen van der Mark’.
Tabel 10.
Het bloei-en rooitijdstip van de cultivars in dagen
ten opzichte van de referentiecultivar ‘Leen van der Mark’ op de locaties op
kleigrond (Zwaagdijk) en zandgrond (De Noord).
Cultivar |
Bloeitijdstip |
Rooitijdstip |
||||||
|
1998 zand |
1998 klei |
1999 zand |
1999 klei |
1998 zand |
1998 klei |
1999 zand |
1999 klei |
Leen v/d Mark Monte Carlo |
0 =29/4 -3 |
0 =27/4 0 |
0 =28/4 0 |
0 =3/4 0 |
0 =29/6 -7 |
0 =6/7 -6 |
0 =28/6 +7 |
0 =9/7 +3 |
Cheers Friso Hollandia |
+8 0 0 |
0 0 0 |
+5 0 0 |
0 0 0 |
+14 0 +7 |
+7 -11 -2 |
+14 +7 +7 |
+3 -11 -4 |
Opbrengst.
De opbrengst en de
verklistering van de ziftmaten 9 + 10 is nauwkeurig vastgesteld en is in de
tabellen 11 en 12 weergegeven. De gegevens van de ziftmaten 9 + 10 geven een
goed beeld van de opbrengst van de gehele partij.
Blauwgroeien kwam bij de
getoetste cultivars niet voor.
Zuur kwam op zandgrond
nauwelijks voor. Op kleigrond kwam meer zuur voor. Het meeste zuur kwam voor
bij de cultivars ‘Leen van der Mark’ en ‘Hollandia’, iets minder zuur kwam
voorbij ‘Monte Carlo’ en ‘Friso’, het minste zuur kwam voor bij ‘Cheers’.
Rhizoctonia kwam alleen
voor in 1997/1998 bij teelt op klei. Het meeste Rhizoctonia kwam voor in de
cultivar ‘Hollandia’, daarna volgde ‘Leen van der Mark’. Het minste aantasting
kwam voor in ‘Friso’.
Het relatief
clustergewicht van de cultivars ‘Hollandia’ en ‘Cheers’ was hoger dan van de
refrentiecultivars, het clustergewicht van ‘Friso’ was vergelijkbaar met die
van de referentiecultivars.
‘Cheers’ en ‘Friso’ gaven
meer 12/op en minder 11/12 per 100 geoogste clusters dan de
referentiecultivars. Het totaal percentage leverbaar van ‘Cheers’ was hoger,
van ‘Friso’ en ‘Hollandia’ gelijk aan
dat van de referentiecultivars.
‘Cheers’ en ‘Friso’ gaven
minder plantgoed per cluster, een lager verklisteringsgetal en een hoger
gewichtspercentage hoofdbollen dan de referentiecultivars.
‘Hollandia’ gaf meer
plantgoed per cluster dan de referentiecultivars, een lager gewichtspercentage
per hoofdbol en op kleigrond een hoger verklisteringsgetal.
De verschillen tussen
kleigrond en zandgrond waren gering.
Het percentage uitval was
voor alle cultivars vergelijkbaar, gemiddeld 5%.
Tabel 11.
De opbrengst in relatief
gemiddeld gewicht per geoogste cluster (gram) en het aantal 12/op, zift 11/12,
zift 11/op en het gemiddeld aantal kilogrammen aan plantgoed per 100 geoogste
clusters van de onderzochte cultivars, gemiddeld over de jaren 1997/1998 en
1998/1999 op de locaties op zandgrond (Proefbedrijf De Noord) en kleigrond
(Proeftuin Zwaagdijk) van opgeplant zift 9 + 10.
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||||||||
relatief cluster- gewicht |
per 100 geoogste
clusters |
relatief cluster- gewicht |
per 100 geoogste
clusters |
|||||||
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
stuks 12/op |
stuks 11/12 |
stuks 11/op |
kg plantgoed |
|||
Leen v/d Mark Monte Carlo |
93 78 |
69 53 |
21 27 |
90 80 |
1,02 0,93 |
99 91 |
74 64 |
15 17 |
89 81 |
1,07 1,26 |
Cheers Friso Hollandia |
108 95 98 |
91 83 61 |
8 11 29 |
99 94 90 |
0,38 0,39 1,26 |
123 106 110 |
93 85 73 |
7 8 19 |
100 93 92 |
0,50 0,68 1,63 |
gemiddeld beide locaties |
100=46 g |
75 |
16 |
91 |
0,91 |
|
|
|
|
|
Tabel 12.
De verklistering
weergegeven in het verklisteringsgetal en het gewichtspercentage van de
hoofdbollen van de cultivars, gemiddeld over de jaren 1997/1998 en 1998/1999 op
de locaties op zandgrond (Proefbedrijf De Noord) en kleigrond (Proeftuin
Zwaagdijk) van opgeplant zift 9 + 10.
Cultivar |
Zandgrond |
Kleigrond |
||
Verklisteringsgetal |
Gewicht-% hoofdbollen |
Verklisteringsgetal |
Gewicht-% hoofdbollen |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
2,6 2,0 |
80 84 |
2,3 2,5 |
80 77 |
Cheers Friso Hollandia |
0,7 1,1 2,4 |
93 93 76 |
1,0 1,4 3,1 |
93 89 72 |
gemiddeld beide locaties |
1,9 |
84 |
|
|
Tabel 13.
Het percentage uitval
tijdens de teelt en tijdens de bewaring en de huidkwaliteit van de cultivars,
gemiddeld over de jaren 1997/1998 en 1998/1999 op de locaties op zandgrond
(Proefbedrijf de Noord) en kleigrond (Proeftuin Zwaagdijk) gemiddeld van opgeplant
zift 9 + 10.
Cultivar |
Uitval-% |
Huidkwaliteit |
||
teelt |
bewaring |
zandgrond |
kleigrond |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
6 5 |
0,4 0,6 |
goed goed |
normaal/goed goed |
Cheers Friso Hollandia |
4 5 5 |
0,5 1,1 0,7 |
onvold./normaal onvoldoende onvold./normaal |
normaal/goed normaal/goed onvold./normaal |
gemiddeld |
5 |
0,7 |
|
|
Voor het verslag van het
broeierijgedeelte wordt verwezen naar de publicatie ‘Verslag van de eerste
serie cultivars 1996-1997 en 1997-1998’.
RESULTATEN BROEIERIJ
Drie trekken
De bollen van de maten
11/12 en 12/op zijn afgebroeid in drie perioden. Als er te weinig bollen waren,
is er in twee perioden gebroeid. De inhaaldata waren 22/23 december, 19/20
januari, 16/17 februari (resp. seizoen 1998/1999 en 1999/2000). In tabel 14
staan de koudeweken en de tijdstippen van afbroei van de cultivars. Het gegeven
aantal koudeweken is gebaseerd op gegevens van Van den Hoek’s
Broeiproevenbedrijf en de inzenders. Omdat in het eerste broeiseizoen het aantal
gegeven koudeweken voor sommige cultivars/ziftmaten een matig resultaat gaf
zijn in het tweede seizoen enkele aanpassingen in het aantal koudeweken
doorgevoerd.
De planten zijn gebroeid op kisten en in
veilstadium geoogst. Vervolgens zijn de planten gemeten en gewogen. De gegevens
staan in tabel 15 en 16.
In de tabel staat weergegeven:
-
gemiddeld
gewicht per geoogste steel
-
totale lengte
= de lengte van onderkant steel tot bovenkant bloem
-
bladlengte =
lengte van onderkant steel tot bovenkant langste blad
-
pootlengte
-
bloemgrootte =
de lengte van de bloemknop in veilstadium
-
bloem in blad
= aantal centimeter dat de bovenkant bloem korter is dan het langste blad, bij
een negatief getal steekt de bloemknop boven het blad uit
-
percentage
veilbare planten
-
kasdagen =
dagen van inhalen tot einde oogst
Tabel 14.
Het aantal koudeweken bij broeien in de seizoenen
1998/1999 en 1999/2000 voor respectievelijk de ziftmaten 11/12 en 12/op.
Cultivar |
Koudeweken bij inhalen 1998/1999 |
Koudeweken bij inhalen 1999/2000 |
||||||||||
december |
januari |
februari |
december |
januari |
februari |
|||||||
z 11 |
z 12 |
z 11 |
z 12 |
z 11 |
z 12 |
z 11 |
z 12 |
z 11 |
z 12 |
z 11 |
z 12 |
|
Leen v/d Mark Monte Carlo |
14 14 |
15 15 |
14 - |
15 15 |
14 13 |
14 14 |
14 14 |
15 15 |
14 14 |
15 15 |
14 14 |
15 15 |
Dekker’s Glory Dow Jones Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair Escape |
14 14 - 14 14 - - - - - - 14 |
15 15 - 14 15 15 15 - - - - 15 |
- - 13 14 14 14 14 14 - - - 14 |
15 15 14 - 15 15 15 15 16 - 15 15 |
- - 13 - - - - - 15 15 14 - |
- 14 14 - 14 14 14 14 16 15 15 - |
- 14 - 14 14 - - - - - - - |
15 15 - 14 15 14 15 - - - - 15 |
14 - - - - 14 14 14 15 - - 14 |
15 - 16 - - 14 15 15 16 15 16 15 |
- - 15 - - - - - - 14 15 - |
- 15 16 14 14 - - 15 15 15 16 - |
Tabel 15.
De broeierijresultaten van de cultivars zift 12/op
van de bollen afkomstig van klei en zand en gemiddeld over de twee proefjaren
(voor koudeweken en broeiperioden zie tabel 14).
Cultivar |
Gewicht (g) |
Lengte (cm) |
Bloem-grootte (cm) |
Bloem in blad (cm) |
% veil- baar |
Kasdagen |
||||
totaal |
blad |
poot |
trek 1 |
trek 2 |
trek 3 |
|||||
Zandgrond
Leen vd Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Super Parrot Supercup True and Fair |
34 35 33 33 38 32 32 27 42 47 40 38 47 52 |
28 31 25 28 30 32 30 33 32 37 28 28 40 30 |
31 31 30 31 32 34 31 36 39 41 33 30 42 32 |
14 15 10 14 19 16 15 14 15 17 13 15 14 11 |
5,1 5,0 5,2 5,2 5,1 4,6 4,9 5,7 5,0 5,4 4,7 5,6 5,7 4,4 |
3,2 0,8 4,3 3,0 1,8 2,9 1,3 2,8 6,8 4,4 4,2 2,1 1,2 2,0 |
99 71 96 99 99 98 95 99 96 99 99 95 99 73 |
26 21 29 26 28 - 21 22 27 28 - - - - |
24 22 25 - 24 29 - - 24 25 21 23 26 26 |
23 22 - 23 - 26 19 21 25 26 22 21 26 26 |
Kleigrond
Leen vd Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Super Parrot Supercup True and Fair |
38 37 38 36 39 35 36 28 44 47 44 46 50 60 |
30 32 30 30 31 33 33 34 33 37 30 30 41 30 |
34 33 34 33 33 37 35 37 41 42 35 33 42 33 |
15 14 12 14 20 16 15 13 13 18 13 16 15 11 |
5,4 4,9 5,3 5,3 5,1 4,7 4,9 5,7 5,0 5,4 4,6 5,6 5,7 4,5 |
3,5 1,2 4,0 3,2 2,0 3,5 2,0 3,6 7,9 4,3 4,8 2,9 1,1 3,1 |
97 79 93 98 98 95 97 99 95 99 99 95 99 60 |
26 22 29 26 28 - 22 22 26 28 - - - - |
24 22 25 - 24 29 - - 24 25 21 23 26 26 |
23 22 - 23 - 26 20 21 26 26 22 22 26 26 |
gemiddeld |
40 |
32 |
35 |
15 |
5,1 |
3,1 |
94 |
25 |
24 |
23 |
Tabel 16.
De broeierijresultaten van de cultivars zift 11/12
van de bollen afkomstig van klei en zand en gemiddeld over de twee proefjaren
(voor koudeweken en broeiperioden zie tabel 14).
Cultivar |
Gewicht (g) |
Lengte (cm) |
Bloem-grootte (cm) |
Bloem in blad (cm) |
% veil- baar |
Kasdagen |
||||
totaal |
blad |
poot |
trek 1 |
trek 2 |
trek 3 |
|||||
Zandgrond
Leen vd Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Super Parrot Supercup True and Fair |
30 31 28 27 31 27 28 20 37 39 31 33 40 45 |
27 32 24 25 31 29 30 31 32 36 26 27 40 31 |
29 32 28 27 32 32 31 33 40 40 30 29 42 33 |
14 15 10 13 18 14 15 15 16 17 13 16 14 11 |
4,9 5,0 4,9 5,1 4,7 4,4 4,7 5,4 4,9 4,9 4,4 5,5 5,6 4,2 |
2,6 0,0 4,2 2,0 0,6 2,4 0,9 1,7 7,3 3,7 3,7 2,1 1,9 1,8 |
98 70 98 98 96 97 95 98 95 97 97 98 98 30 |
28 23 30 28 34 - 21 24 - - - - - - |
24 23 25 - 25 30 19 - 25 25 23 - 27 - |
23 22 - - - 28 - - - - - 21 27 27 |
Kleigrond
Leen vd Mark Monte Carlo Dekker’s Glory Dow Jones Escape Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Super Parrot Supercup True and Fair |
32 33 31 29 33 27 28 20 37 39 32 35 41 45 |
30 33 29 28 33 31 32 32 33 37 28 28 42 31 |
32 33 32 30 34 33 33 34 41 40 32 31 44 33 |
14 15 11 14 20 16 15 14 17 17 14 16 15 11 |
5,0 4,8 4,9 5,2 4,7 4,4 4,7 5,4 4,8 4,9 4,3 5,4 5,5 4,2 |
2,5 0,3 3,5 1,7 0,4 2,2 1,1 1,8 8,2 2,9 4,1 3,5 2,0 2,0 |
97 76 99 97 96 95 95 99 92 97 100 98 96 34 |
28 23 31 28 31 - 22 24 - - - - - - |
25 22 25 - 26 30 20 - 25 26 24 - 27 - |
23 23 - - - 25 - - - - - 22 28 27 |
gemiddeld |
32 |
31 |
34 |
15 |
4,9 |
2,5 |
91 |
26 |
25 |
24 |
De planten getrokken van
zift 11/12 waren van beide locaties gemiddeld even zwaar, de planten afkomstig
van zift 12/op van de bollen geteeld op kleigrond waren zwaarder (3,4 gram) dan
van de bollen geteeld op zandgrond.
De cultivars ‘Lady
Margot’, ‘Louvre’, ‘Mondial’, ‘Supercup’, ‘Super Parrot’ en ‘True and Fair’
gaven gemiddeld zwaardere planten dan de referentiecultivars. De cultivars
‘Fontainebleau’, ‘Funny Girl’ en vooral
‘Fuyoko’ gaven lichtere planten dan de referentiecultivars.
De planten van de ‘kleibollen’
waren gemiddeld 1,8 cm langer dan de planten van de zandbollen.
De cultivars ‘Louvre’ en
‘Supercup’ gaven langere planten dan de referentiecultivar ‘Monte Carlo’. Geen
van de cultivars was betrouwbaar korter dan ‘Leen van der Mark’. Ten opzichte
van de gemiddelde lengte van de planten waren ‘Dekker’s Glory’, ‘Dow Jones’,
‘Leen van der Mark’ en ‘Super Parrot’ korter.
Het blad van de planten
van kleibollen was gemiddeld 2 cm langer dan van de planten van de zandbollen.
Bij de cultivars ‘Fuyoko’, ‘Lady Margot’, ‘Louvre’ en ‘Supercup’ was het blad
langer dan van de referentiecultivars. Geen van de cultivars had korter blad
dan ‘Leen van der Mark’.
Het verschil in pootlengte
tussen zand en kleibollen was slechts 0,5 cm. De cultivar Escape had een extreem
lange poot. Ook ‘Lady Margot’, ‘Louvre’ en ‘Super Parrot’ hadden een lange
poot. De cultivars ‘Dekker’s Glory’ en ‘True and Fair’ hadden een korte poot
ten opzichte van de overige cultivars.
Tussen zand en klei was
geen verschil in bloemgrootte. De cultivars ‘Fuyoko’, ‘Super Parrot’ en
‘Supercup’ hadden grote bloemen ten opzichte van de referentiecultivars,
‘Fontainebleau’, ‘Mondial’ en ‘True and Fair’ hadden kleine bloemen ten
opzichte van de referentiecultivars.
Geen van de cultivars had
de bloem echt boven het blad. De referentiecultivar ‘Monte Carlo’ had de bloem
het minst in het blad. De cultivars ‘Dekker’s Glory’, ‘Lady Margot’, ‘Louvre’
en ‘Mondial’ hadden de bloem verder in het blad dan gemiddeld.
Het gemiddeld aantal
kasdagen was voor zift 11/12 25 dagen en voor zift 12/op 24 dagen. Geen van de
cultivars had een betrouwbaar kortere kasperiode dan de referentiecultivar
‘Monte Carlo’. De cultivars ‘Dekker’s Glory’, ‘Louvre’ (alleen zift 12/op) en
‘Escape’ hadden in de eerste trek een lange kasperiode. Verder hadden de
cultivars ‘Fontainebleau’, ‘Supercup’ en ‘True and Fair’ een vrij lange
kasperiode (trek 2 en 3).
De oogstperiode was
gemiddeld 3,6 dagen. De cultivar ‘Dow Jones’ had de langste oogstperiode (4,5
dagen) ten opzichte van de andere cultivars.
Het percentage veilbaar
was lager dan 90% bij ‘Monte Carlo’ en ‘True and Fair’.
Bij ‘Monte Carlo’ werd de
uitval vooral veroorzaakt door holle stelen. Bij ‘True and Fair’ was er in het
jaar 1999 weinig bloei in zift 12/op trek 2 en 3 en zift 11/12 trek 3 door
bloemverdroging en groenkoppen. Bij de overige cultivars bleef het percentage
uitval beperkt en waren er geen duidelijke afwijkingen geconstateerd.
Bloementest
Een aantal stelen van de afgebroeide partijen is
naar Bloemenveiling Flora getransporteerd, zodat daar de houdbaarheid kon
worden bepaald. Op de bloemenveiling
zijn de stelen na een transport-simulatie van 4 dagen bij 8º C op de vaas
gezet. Daarna zijn de bloemen beoordeeld en is vastgesteld of de bloemen nog sierwaarde
hadden. Per cultivar zijn 2 tot 6 bossen beoordeeld op houdbaarheid. De verdeling over de grondsoorten was wel
altijd evenwichtig, de verdeling over de gebroeide maten (11/12 en 12/op) en
over de broeiperioden was niet altijd evenwichtig verdeeld. De houdbaarheid in
dagen werd echter niet beïnvloed door de ziftmaat.
De beoordeling was als volgt:
Eenmalig:
·
aanvoerrijpheid
(volgens VBN)
·
doorgroeien
van de nek, na 6 dagen of als de sierwaarde eerder verloren ging op het moment
van afschrijven
·
maximale
bloemgrootte
·
houdbaarheid
·
reden van
afschrijven
Driemaal per week:
·
zwierigheid
(stengelkromming; 1 = zwierig/krom, 10 = recht,)
·
bladpunten (1
= geen, 10 = zeer ernstig)
·
bladkleur (1 =
groen, 10 = geel)
De grondsoort had weinig
invloed op de houdbaarheid. In tabel 17. zijn de gegevens dan ook gemiddeld
over de grondsoort/herkomst van de bollen.
De ziftmaat van de
gebroeide bollen had effect op de bloemgrootte en de doorgroei. Gemiddeld was
de bloemgrootte van zift 12/op iets groter en groeide de stelen iets meer door
dan van 11/12.
De houdbaarheid varieerde
van 4,9 dagen (‘Funny Girl’) tot 7,0 dagen (‘Monte Carlo’). Geen van de
cultivars was langer houdbaar dan de referentiecultivar ‘Monte Carlo’. De
houdbaarheid van de referentiecultivar ‘Leen van der Mark’ was 5,8 dagen.
Alleen de cultivar ‘Funny Girl’ had een houdbaarheid van korter dan 5 dagen.
De verschillen in
bloemgrootte tussen de cultivars waren gering. Alleen van de cultivar
‘Supercup’ was de bloem betrouwbaar groter dan van de referentiecultivars. Bij
de overige cultivars was de bloemgroootte tussen de 6 en 7 cm.
Gemiddeld werd een
waardering van 4 gegeven voor de bladpunten. Veel bladpunten (>6) kwamen
voor bij de cultivars ‘Louvre’ en ‘Super Parrot’.
Gemiddeld was het cijfer
voor de steelstand 7,6. De steelstand van de referentiecultivars was 8,7 voor
‘Leen van der Mark’ en ‘Monte Carlo’ kreeg gemiddeld een 7,2. Geen van de
cultivars ging echt hangen op de vaas (cijfer 1 tot 2). Een laag cijfer voor de
steeltstand
(<6) kregen de cultivars ‘Fontainebleau’, ‘Supercup’ en ‘Super Parrot’.
Op de vaas groeiden de
cultivars gemiddeld 7,5 cm door. De cultivars ‘Leen van der Mark’, ‘Dow Jones’
en ‘Lady Margot’ groeiden het meest op de vaas (± 10 cm). ‘Dekker’s Glory’ en
‘Super Parrot’ groeide het minste (gemiddeld resp. 4 en 4,9 cm).
De bladkleur was over het
algemeen goed groen (gemiddeld 8,3 ). Geen van de cultivars had een duidelijk
groener blad dan ‘Leen van der Mark’. Het blad van de cultivar ‘Mondial’ was
iets minder groen dan van de referentiecultivars. Verder hadden de cultivars
‘Lady Margot’, Louvre’ en ‘Super Parrot’ een gemiddeld cijfer boven de 8 voor
bladkleur (dus iets lichter groen).
De meeste cultivars
bloeiden met open bloemen. Alleen bij ‘Fuyoko’ en ‘Leen van der Mark’ bleven de
bloemen soms dicht. De meeste bloemen werden afgeschreven (geen sierwaarde
meer) door bloemverdroging. Bij ‘Funny Girl’ trad veelvuldig rui op. Bij ‘Super
Parrot’ en ‘True and Fair’ was de bloei in 1999 nogal moeizaam (bloem blijft
groen en komt niet goed open) en werd in 2000 schimmel in de bloemen
geconstateerd.
Tabel 17.
De houdbaarheid (dagen),
bloemgrootte (maximale bloemgrootte in cm gedurende de bloei), bladpunten,
steelstand en doorgroei van de stengel (cm) van de cultivars; gemiddeld over de
broeiperioden, ziftmaten en proefjaren.
Cultivar |
Houdbaar-heid |
Bloem-grootte |
Blad-punten |
Steel-stand |
Doorgroei |
Leen van der Mark Monte Carlo |
5,8 7,0 |
6,5 6,8 |
4,2 2,4 |
8,7 7,2 |
11,0 6,4 |
Dekker’s Glory Dow Jones Fontainebleau Funny Girl Fuyoko Lady Margot Louvre Mondial Supercup Super Parrot True and Fair Escape |
5,1 5,8 6,6 4,9 6,3 5,8 6,0 5,8 6,5 6,4 5,6 5,3 |
6,7 6,2 6,3 6,5 7,0 6,9 6,9 6,2 7,9 6,5 6,2 6,6 |
4,2 3,7 3,0 4,5 2,2 3,8 6,6 4,8 4,2 6,6 3,3 5,1 |
8,8 8,3 5,8 8,8 8,1 7,0 8,9 8,8 5,8 5,1 7,6 6,9 |
4,0 10,0 7,8 8,4 7,0 9,9 6,2 6,3 6,4 4,9 6,4 7,6 |
Gemiddeld |
6,0 |
6,6 |
4,0 |
7,6 |
7,5 |
Weer in de seizoenen.
In onderstaande tabellen zijn de temperatuur, de
neerslag en de straling per maand weergegeven en daarnaast het langjarig
gemiddelde.
Tabel 18.
De gemiddelde temperatuur (°C) per maand in de jaren 1997, 1998 en 1999 en het
langjarig gemiddelde (gemiddelde 1961-1990; De Kooy)(De Kooy, Den Helder en
Hoorn/Berkhout*; Bron: KNMI).
Maand |
1997 |
1998 |
1999 |
Normaal |
|||
De Kooy |
Hoorn |
De Kooy |
Hoorn |
De Kooy |
Berkhout |
De Kooy |
|
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december |
-0,9 5,1 6,7 7,3 11,5 15,0 17,0 20,5 15,2 10,7 6,5 5,2 |
-1,2 5,8 7,5 7,6 12,5 15,7 17,6 20,8 14,5 10,1 6,4 4,9 |
5,1 6,3 7,0 8,7 13,4 15,1 15,9 16,3 15,0 10,5 4,5 4,8 |
5,0 6,6 7,4 9,4 14,3 15,7 16,1 16,4 15,1 10,3 4,4 4,5 |
5,3 3,9 6,6 9,3 13,0 14,5 18,1 17,7 17,6 11,6 8,1 5,7 |
5,3 3,7 - 9,3 13,4 14,5 18,2 17,2 17,2 10,8 7,0 4,9 |
2,7 2,6 4,6 7,3 11,3 14,2 16,2 16,6 14,6 11,3 7,1 4,2 |
Tabel 19.
De neerslagsom (mm) per maand in de jaren 1997,
1998 en 1999 en het langjarig gemiddelde (gemiddelde 1961-1990; De Kooy)(De
Kooy, Den Helder en Hoorn/Berkhout*; Bron: KNMI).
Maand |
1997 |
1998 |
1999 |
Normaal |
|||
De Kooy |
Hoorn |
De Kooy |
Hoorn |
De Kooy |
Berkhout |
De Kooy |
|
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december |
5,3 51,5 20,9 22,0 52,7 109,4 44,8 30,4 26,6 74,5 51,3 78,9 |
2,9 76,4 28,0 30,1 56,2 73,2 69,6 53,2 41,7 90,6 39,6 84,3 |
103,9 17,6 77,5 83,2 24,3 107,9 40,2 70,1 124,3 154,6 97,4 83,4 |
111,1 22,8 94,1 103,3 31,2 170,9 70,9 82,1 137,8 233,4 106,9 90,8 |
89 51 79 44 28 104 24 113 99 88 85 134 |
94 51 - 54 31 64 25 99 104 104 69 170 |
63 42 52 41 42 49 65 68 82 83 91 76 |
Tabel 20.
De stralingssom (globale straling in Joule/cm2)
per maand in de jaren 1997, 1998 en 1999 en het langjarig gemiddelde
(gemiddelde 1961-1990; De Kooy)(De Kooy, Den Helder en Berkhout*; Bron: KNMI).
Maand |
1997 |
1998 |
1999 |
Normaal |
|
De Kooy |
De Kooy |
De Kooy |
Berkhout |
De Kooy |
|
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december |
7497 12106 26282 42228 54985 58162 59549 54687 36320 18806 7719 4551 |
6729 14041 22616 36053 56551 52168 51322 50108 25028 12745 9737 5481 |
7801 15944 22441 46066 64018 62973 62265 46332 32454 19446 8522 5351 |
- - - 43262 61503 62166 61746 47279 32458 18817 9448 5663 |
6921 13874 28184 43264 59214 60188 57598 49480 32273 18692 8577 5202 |
* Hoorn t/m februari 1999, daarna Berkhout.
Straling alleen in Berkhout gemeten.
Het jaar 1997 was zeer warm, zeer zonnig en droog.
1997 begon echter met een koudegolf. In augustus was sprake van een hittegolf,
het was de warmste augustus sind 1706. Januari 1997 was een droge maand, mei en
juni waren echter zeer nat.
Het jaar 1998 was zeer nat, zeer warm en aan de
sombere kant. Vooral in de eerste helft van 1998 was het warm. Vooral in
januari, maart, april, juni, september en oktober viel extreem veel neerslag,
alleen februari was een droge maand. De maanden april en oktober waren erg somber.
Het jaar 1999 was warm en nat. De maanden januari,
februari en maart waren zacht en nat. De maanden mei en juli waren warm, droog en zonnig. De maanden
juni, augustus en december waren extreem nat.