Binnenzijde: bodem geel (CC 13A). Buitenste rand bloembladen donkergroen (CC 139A) met daarboven een lichtgroen (CC 144B) randje. Bloemblad wit (CC 155A). Buitenste bloembladen tot halverwege lichtgroen (CC 145A). Naar de top donker roserood (CC 53D) op witte (CC 155A) ondergrond. Helmdraden geel (CC 13A). Stuifmeel vergroeid; niet aanwezig. Stijl lichtgroen (CC 144C). Stempel groenbruin (CC 151D). Buitenzijde: basis geel (CC 13B). Buitenste bloembladen donkergroen (CC 143B/C) met donkerder gekleurde nerfjes. Bloemblad wit (CC 155A). Buitenste rand bloembladen onregelmatig voorkomend donker roserood (CC 53D) op witte (CC 155A) ondergrond. Steel groen. Blad groen. Bijzondere bloemvorm. |